Voorzichtig deed het meisje een stap naar voren.
'Kan iemand me misschien helpen?' zei ze, wat harder nu. 'Ik ben geloof ik verdwaald.'
Het snurken hield op. Eén oog van de rat schoot open en staarde haar aan.
Met een diepe zucht kwam de vos overeind. Hij maakte zich los van de bar en slofte op zijn
dooie gemak op haar af. Bij het tafeltje vlak naast haar bleef hij staan en schoof een stoel
naar achteren. Hij maakte er een beweging bij die nog het meest op een kleine buiging leek.
'Ga zitten,' zei hij. 'Maak het je gemakkelijk.' Zijn stem was zacht, en heel laag. Hij sprak
moeizaam, alsof het zijn eerste woorden waren sinds een hele tijd.
'Je bent hier precies aan het goede adres.'
Na de dood van haar vader vindt een meisje een stuk papier met het begin van een verhaal dat
hij samen met haar had willen schrijven. Het speelt zich af in een hotel op een kale vlakte.
En waar kun je beter je zorgen vergeten dan in een spannend verhaal?
Maar eenmaal in het hotel wordt het meisje niet zo gastvrij ontvangen als ze hoopte. En de
enige manier om weg te komen lijkt een oude autobus die al jaren kapot is. Bovendien is ze
meer vergeten dan alleen haar zorgen: ze kan zich niet herinneren waar ze vandaan komt of
waar ze heen moet. Er zit weinig anders op dan voorlopig haar intrek te nemen in het hotel,
dat wordt gerund door een vos en een knorrige rat. Om zich tussen hen staande te kunnen
houden en om haar eigen weg te vinden in het verhaal heeft het meisje al haar
verbeeldingskracht nodig.
Uitgeverij Lemniscaat 2007
isbn: 9789056379148
|