Over lezen en (nog lang niet) schrijven

Vroeger dacht ik dat iedereen net als ik het liefst schrijver wilde worden. Dat kon natuurlijk nooit goed gaan. Wie moest al die boeken dan lezen? Omdat ik ook erg van lezen hield werd ik om te beginnen lezer in plaats van schrijver. Gelukkig was er de bibliotheek: een zaaltje in een noodgebouw waar achter een hoge balie rijen boeken stonden, onbereikbaar ver weg, want ik mocht er niet zelf tussen zoeken. De mevrouw van de bibliotheek vroeg elke zaterdag opnieuw hoe oud ik was en legde dan zuinig vier of vijf boeken voor me op de balie. Daar mocht ik er twee uit kiezen, want ik kreeg elke week geld mee voor twee boeken. Meestal had ik ze uit voor het weekend voorbij was dus zeurde ik thuis net zolang tot ik er voortaan drie mocht lenen. Misschien hebben die verre rijen boeken mijn leeshonger nog wel aangewakkerd. Het idee van eindeloos veel werelden waar je met behulp van zwarte kriebeltjes op wit papier in terecht kon komen, kon (en kan) me altijd opnieuw verbazen en nieuwsgierig maken.

Over zoeken

Na mijn eindexamen probeerde ik in Amsterdam verschillende studies (psychologie, Spaans), tot ik een school ontdekte waar je van lezen je beroep kon maken, de Frederik Muller Akademie (nu heet hij anders). Ik ging werken als redacteur en daar had ik het zo druk mee dat ik mijn oude plan om zelf te gaan schrijven zo'n beetje vergat (maar nooit helemaal). Jaren later werkte ik mee aan een serie animatiefilms en daardoor wist ik meteen weer wat ik het liefst wilde doen: zelf dingen maken. Op zoek naar andere mensen die dat ook wilden kwam ik op de kunstacademie terecht. Op de Rietveld maakte ik verhalen in tekeningen, animatie, film. Langzaam slopen er steeds meer woorden tussen die beelden.

Over schrijven en over Vertrektijd

Op een dag vond ik onderop een stapel een stukje tekst dat ooit eens uit mijn pen was komen rollen toen ik eigenlijk met iets anders bezig had moeten zijn. In dat stukje tekst dwaalde een meisje in haar eentje over een kale vlakte met heel in de verte een hotel. Nu ik het weer las vond ik het niet erg aardig van mezelf dat ik haar eerst had bedacht en haar daarna aan haar lot had overgelaten. En trouwens, wat zou ze eigenlijk zoeken op die vreemde plek? Er was maar één manier om daar achter te komen. Uit nieuwsgierigheid ben ik verder gaan schrijven, en ik ben net zo lang doorgegaan tot ik precies wist hoe het zat.

Vertrektijd is niet alleen het verhaal over dat meisje, maar gaat ook over het maken van een verhaal. Het meisje wordt door haar vader uitgedaagd om samen een verhaal te bedenken; hij schrijft alvast het begin. Door zijn ongeluk kort daarna is zij de enige die het verhaal af kan maken. Dat meisje en ik zijn dus eigenlijk allebei aan een verhaal begonnen door hetzelfde stukje tekst, dat het eerste fragment is geworden van Vertrektijd.